Veelgestelde vragen | Veilig op stage
FAQs - Inhoudelijk

Prof-niveau

De aanduiding ‘prof’ komt van het woord ‘professional’. Alle leerlingen worden bij u op school opgeleid tot professional voor het beroep dat zij gaan doen. Ook op het gebied van veiligheid worden zij allemaal professionals. Dit niveau is dan ook voor al uw leerlingen haalbaar en wordt daarom ook wel het basisniveau genoemd. Het prof-niveau is geschikt voor:

  • leerlingen van het praktijkonderwijs met een gemiddeld IQ van 55 tot 70,
  • leerlingen van het vmbo (al dan niet in combinatie met lwoo) met een gemiddeld IQ van 75 tot 90.

Expert-niveau

Het verdiepende niveau binnen het lespakket is het ‘expert-niveau’. Met dit niveau worden uw leerlingen opgeleid tot experts op het gebied van veilig werken. Dit niveau is geschikt voor leerlingen die wat meer verdieping en uitdaging aankunnen. Het is geschikt voor:

  • leerlingen van het praktijkonderwijs met een gemiddeld IQ van 75 of hoger,
  • leerlingen van het vmbo (al dan niet in combinatie met lwoo) met een gemiddeld IQ van 90 tot 120,
  • jongeren en volwassenen die moeite hebben met de Nederlandse taal en zich willen voorbereiden op VCA.

De oefenstof van het prof-niveau is te vinden in het werkboek. Daarnaast zijn er tussentijdse toetsen te vinden in de ELO die ingezet kunnen worden als herhalingsstof of als extra toetsmoment.

De expert-leerlingen leren de basislesstof op prof-niveau en de aanvullende verdiepende lesstof op expert-niveau. De oefenstof van het prof-niveau vinden zij zoals gezegd in het werkboek. De verdiepende opdrachten op expert-niveau vinden zij in de elektronische leeromgeving. Net als de prof-leerlingen kunnen ook de expert-leerlingen de tussentijdse toetsen maken die in de ELO staan.

 

In het lespakket worden de volgende 11 hoofdstukken behandeld:

  1. Gevaren
  2. Ongevallen en rampen
  3. Bescherm jezelf
  4. Regels op het werk
  5. Vallen
  6. Heffen en tillen
  7. Gevaarlijke stoffen
  8. Brand
  9. Machines en gereedschappen
  10. Elektriciteit
  11. Borden

 

Het praktijkonderwijs en het vmbo vallen beide onder de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO). Volgens die wet moeten de leerlingen onder andere worden voorbereid op het uitoefenen van functies op de arbeidsmarkt.

Praktijkonderwijs

Voor het praktijkonderwijs betekent dit dat er streefdoelen zijn opgesteld. Door het lespakket Veilig op Stage 2.0 worden binnen verschillende domeinen streefdoelen en beheersingsdoelen afgedekt. Een specificatie hiervan is te vinden in de docentenhandleiding van Veilig op Stage 2.0.

Vmbo

Binnen het vmbo kan het lespakket Veilig op Stage gecombineerd worden met verschillende vakken. Binnen deze vakken worden verschillende exameneenheden en eindtermen onderscheiden. In de docentenhandleiding kunt u vinden op welke vakken en examenprogramma’s het lespakket aansluit.

Na het afronden van het vmbo en wellicht ook het praktijkonderwijs, zullen verschillende leerlingen een beroepsopleiding gaan doen. Al in de entreeopleiding van het mbo wordt expliciet geëist dat de leerlingen kennis moeten hebben van arbo-, veiligheids- en milieuregels. En dit geldt voor alle entreekwalificaties in het mbo. Door middel van het lespakket Veilig op Stage 2.0 wordt deze landelijke eis uitgebreid behandeld en zijn de leerlingen op dit gebied heel goed voorbereid als zij starten met een mbo-opleiding.

 

Het lespakket bevat in totaal vier tussentijdse toetsen die na iedere twee à drie hoofdstukken in de ELO worden aangeboden. Deze tussentijdse toetsen bevatten vragen die gericht zijn op de voorgaande hoofdstukken, waardoor de belangrijkste leerdoelen nogmaals worden bevraagd. U kunt de tussentijdse toetsen dus inzetten als extra herhalingsstof, als extra toets/meetmoment en als voorbereiding op het examen. Nadat uw leerlingen een tussentijdse toets hebben gemaakt, kunt u als docent digitaal een deelcertificaat invullen. Hierop legt u onder andere de naam van de leerling en het resultaat van de tussentijdse toets vast.